We zijn al weer een tijdje terug van een vakantie met de caravan. Heerlijk vind ik het om een paar weken in het jaar met ons gezin van het buitenleven te genieten met maar heel weinig spullen om ons heen. Het geeft een onbezorgd gevoel. Zou dat zijn wat mensen die in een Tiny House leven altijd ervaren? Ik vrees in mijn geval van niet. Hoe heerlijk ik het ook vind om te kamperen, in een Tiny House zou ik me in de koude maanden opgesloten voelen! Want, hoewel ik serieuze pogingen doe om zo min mogelijk (nieuwe) spullen te kopen: we hebben in de loop der jaren toch flink wat verzameld en waar laten we al die spullen?
Gemis aan luxe in koude maanden
Een deel van onze spullen is misschien overbodig (al ben ik er wel aan gehecht, zoals schoolwerkjes van vroeger en onze fotoboeken), maar het meeste hebben we echt nodig en zouden we niet in onze caravan kwijt kunnen. Want hoewel we wel rekening (moeten) houden met regen en kou als we in Nederland kamperen, hoeven we in ieder geval geen snowboots, dikke winterjassen, wedstrijdsportkleding, lunchtrommeltjes, schooltassen, duplo, lego, puzzels en 14 knuffels en poppen mee te nemen. We leven zo veel mogelijk buiten met een enkele pop, een bak stiften, een voetbal, een stapel Duckies en 2 sets kleding, een jas en een dikke trui. Onze caravan is uiteraard ook niet voorzien van een (af)wasmachine en oven. Geen probleem voor een vakantie, maar in de chaos van het dagelijks leven zou ik toch niet zonder willen. Bovendien wordt je leefruimte in de zomermaanden natuurlijk flink uitgebreid met het campingterrein en het veld waarop je staat. Ik moet er niet aan denken om in de regenachtige herfst- en wintermaanden met z’n vijven op 20 m2 binnenruimte ‘opgesloten’ te zitten. Dus nee, een Tiny house met een minimum aan spullen klinkt heel idyllisch, maar is aan mij toch niet besteed.
De impact van spullen
Neemt niet weg dat we wel degelijk proberen om zo min mogelijk spullen (nieuw) te kopen. Consuminderen is misschien niet zo’n leuk woord, omdat het woord ‘minder’ een negatieve klank heeft. Het is momenteel ook een soort modeterm, die wat weerstand kan oproepen. Maar ik denk dat je door bewuster te consumeren/consuminderen uiteindelijk alleen maar gelukkiger wordt: je koopt dan alleen goede spullen die je echt nodig hebt, of waar je echt waarde aan hecht, je maakt anderen gelukkig met spullen waar jij klaar mee bent, je spaart het milieu (spullen zijn ‘goed’ voor 70% van je CO2 footprint!*) én je hebt ook nog eens veel minder om op te ruimen!
Bewuster consumeren
Bewuster consumeren betekent in mijn ogen ook niet dat je jezelf alles hoeft te onthouden. Die 14 (misschien nog wel meer) knuffels en poppen van mijn dochter zijn dan misschien in aantal wel veel; ze zijn het wel echt waard! Bijna dagelijks speelt ze met deze poppen de gebeurtenissen op de opvang na: ze gaan met z’n allen in de kring, alle poppen gaan eten, slapen en op het potje. Met 1 pop mist er voor haar echt iets en blijft haar spel veel beperkter, zoals we op de camping gezien hebben. Bij de aanschaf van speelgoed (en onze eigen spullen) kijken wij dus vooral kritisch of we er echt wat aan zullen hebben. En in principe zoeken we eerst naar tweedehands opties. Alles wat je tweedehands koopt hoeft niet opnieuw in China geproduceerd te worden, verscheept te worden, en later weer gerecycled of verbrand te worden. Kopen we dan alles tweedehands? Nee zeker niet. We hebben laatst een spiksplinternieuwe fiets gekocht voor onze oudste zoon. Daar hebben we dan wel bewust voor gekozen: die fiets zal binnen ons gezin ook nog door onze tweede zoon gebruikt worden en kan daarna (als er niks geks gebeurt) nog een derde leven in een ander gezin krijgen. Als we iets nieuws aanschaffen, vinden we het wel belangrijk om te onderzoeken of er varianten beschikbaar zijn op de markt die zo dicht mogelijk bij huis geproduceerd zijn: liever een fiets die in Nederland in elkaar gezet is dan in Duitsland bijvoorbeeld. En natuurlijk zijn er voor sommige producten echt duurzame varianten op de markt.
Iets doen in plaats van kopen!
Ten slotte proberen we onze kinderen te leren dat je beter je geld kunt investeren in deugdelijke spullen die lang mee zullen gaan, dat tweedehands spullen vaak net zo goed en leuk zijn, maar wel een stuk goedkoper, en vooral dat je met je geld ook leuke dingen kunt dóen. Laatst hadden ze vakantiegeld van onze beide ouders gekregen en daarmee hebben ze hun kaartje voor een pretpark (deels) kunnen betalen. We hebben een ontzettend gezellige dag gehad. Van alle mooie foto’s ga ik snel weer een geprint fotoboek maken om de herinneringen te koesteren: daar maak ik dan weer graag een uitzondering op ;-)!
Wil je tips voor duurzamer consumeren / consuminderen? Kijk dan eens op deze site van MilieuCentraal. Met onder andere tips om je spullen te repareren, lenen en delen!
* Bron: De Verborgen Impact – alles voor een eco-positief leven – Babette Porcelijn – 2017